50% van de haltes van het kern- en aanvullend net volledig toegankelijk tegen 2030
Toegankelijkheid van halte-infrastructuur voor mensen met een beperking stond al in meerdere regeerakkoorden maar krijgt nu eindelijk een plan van aanpak.
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters (Open Vld) lanceert haar Masterplan Toegankelijkheid en een charter met het VVSG. Met dit plan investeert de Vlaamse regering deze legislatuur 23 miljoen euro in haltetoegankelijkheid langs gemeente- en gewestwegen.
In het masterplan zitten ambitieuze maar haalbare doelstellingen en een samenwerking met lokale besturen zodat ook haltes op gemeentewegen hun sprong voorwaarts kunnen maken.
Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit: "De nieuwe Vlaamse mobiliteitsvisie, basisbereikbaarheid, geldt voor iedereen. Mensen met een beperking of ouderen die slecht ter been zijn, moeten zich ook met het openbaar vervoer kunnen verplaatsen.
Het toegankelijk maken van haltes is hierbij cruciaal en daarvoor zal proactief samengewerkt worden met lokale besturen, hiervoor worden de nodige incentives voorzien".
De toegankelijkheidscijfers van alle geïnventariseerde haltes in Vlaanderen zijn niet goed. Slechts 12% van de haltes, die vandaag worden bediend door het reguliere stads- en streekvervoer, zijn toegankelijk voor personen met een motorische beperking.
Elk jaar werd vooruitgang geboekt door de wegbeheerders die hiervoor instaan maar deze was lang niet voldoende. Met het Masterplan Toegankelijkheid wil Vlaams minister Lydia Peeters een sprong vooruitnemen en de toegankelijkheidscijfers opkrikken.
Het aantal meer mobiele lijnen wordt gevoelig uitgebreid, dit door gericht te werken met halteclusters. De haltes op gewestwegen (in beheer van het Vlaams gewest) worden versneld toegankelijk gemaakt voor personen met een motorische of visuele beperking.
Hierbij wordt er gestreefd om meer dan 2.000 haltes op gewestwegen bijkomend toegankelijk aan te leggen aan een ritme van 200 haltes per jaar, in 2021 wordt hier 3 miljoen euro voor vrijgemaakt.
Doelstellingen van het Masterplan Toegankelijkheid:
50% van de haltes van het kernnet en aanvullend net moeten toegankelijk zijn tegen 2030. Hierdoor kunnen ongeveer 70% van de reizigers gebruik maken van een toegankelijke rit.
Bestaande haltes zijn minimaal toegankelijk mits assistentie.
Nieuw (her)aangelegde haltes zijn autonoom toegankelijk voor personen met een motorische beperking en voor blinden en slechtzienden.
100% van de haltes opgenomen in een Hoppinpunt (vervoersknooppunt) zijn autonoom toegankelijk voor personen met een motorische en visuele beperking tegen 2030.
Indien bij de inrichting van een Hoppinpunt een nieuwe halte wordt voorzien, dan wordt deze meteen toegankelijk aangelegd.
De uitrol van het Masterplan Toegankelijkheid wordt uiteraard afgestemd op de vastlegging van de haltes van het kern- en aanvullend net in het nieuw openbaar vervoer-netwerk.
Charter 'Masterplan toegankelijke haltes'
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters ziet lokale besturen als een belangrijke partner in de aanpak van de (her)aanleg van toegankelijke haltes.
Niet minder dan 62% van de huidige haltes ligt langs gemeentewegen. Daarom lanceert de minister in overleg met het VVSG ook het charter 'Masterplan toegankelijkheid haltes' dat steden en gemeenten kunnen ondertekenen.
Hiermee engageert de stad of gemeente zich om op een proactieve manier de doelstellingen van het Masterplan Toegankelijkheid te realiseren en bij elke investering in het openbaar domein een toegankelijkheidstoets te doen.
Het Masterplan 'Toegankelijke Haltes' voorziet volgende ondersteuning vanuit Vlaanderen:
Een subsidie van 5.000 euro per toegankelijk aan te leggen halte.
Vlaanderen organiseert een coaching traject 'Masterplan toegankelijke haltes' waarbij lokale besturen ondersteund worden door Inter, Agentschap Toegankelijk Vlaanderen bij de opmaak van een actieplan. Opgedane kennis en inspiratie wordt via een lerend netwerk aangereikt aan alle gemeenten.
Vlaanderen organiseert tweejaarlijks de uitreiking van de award "Meer Mobiele gemeente" voor gemeenten of steden die verdienstelijke inspanningen leveren voor het toegankelijk maken van haltes.
"Heel wat haltes zijn in het beheer van steden en gemeenten en wij willen hen motiveren en ondersteunen om ook deze toegankelijk te maken voor iedereen", zegt Lydia Peeters, "Indien alle steden en gemeenten aansluiten via het Charter komt hier jaarlijks 6,6 miljoen euro bij".